Tbc-verpleegkundige: 'Geen patiënt is hetzelfde en elke keer is er weer een nieuwe uitdaging'

Marrit kent een lange geschiedenis als medewerker bij verschillende GGD’en. Ze werkte jarenlang in de jeugdgezondheidszorg en reisadvisering en inmiddels werkt ze meer dan 20 jaar binnen het tbc-specialisme. De 25 regionale GGD’en in Nederland werken voor de bestrijding van tuberculose samen in 4 regionale expertisecentra (REC’s). “Wij zijn eigenlijk een beetje een vreemde eend in de bijt. We horen bij de GGD, maar ook bij het REC. En in tegenstelling tot de andere teams hebben we uitgebreid patiëntencontact. We stellen diagnoses en hebben patiënten vaak langdurig in behandeling.”
Behandeling
Tbc is een meldingsplichtige ziekte. Zodra er een melding binnenkomt, gaat er binnen 3 werkdagen een tbc-verpleegkundige van de GGD naar een patiënt. “We nemen de anamnese af, geven uitleg over de ziekte, de behandeling, de medicijnen en we doen natuurlijk bron- en contactonderzoek.” Door deze gerichte aanpak is het aantal patiënten de afgelopen decennia flink afgenomen. Toen Marrit begon als tbc-verpleegkundige waren er ongeveer 1.500 patiënten in Nederland, nu zijn het er nog ruim 600.
Vroeger, sommige ouderen van nu maakten het zelfs nog mee, lagen patiënten soms een jaar of nog langer in een sanatorium om te genezen van tbc. Tegenwoordig worden de meeste patiënten thuis behandeld. “We hebben goede medicijnen, maar het is nog altijd een zware behandeling. Het duurt minstens een halfjaar, maar kan ook 1 tot 1,5 jaar duren. Patiënten krijgen ook te maken met strikte leefregels, zo mogen ze bijvoorbeeld geen alcohol drinken.”
We hebben goede medicijnen, maar het is nog altijd een zware behandeling. Het duurt minstens een halfjaar, maar kan ook 1 tot 1,5 jaar duren.

Marrit Broersma
Tbc-verpleegkundige
Begeleiding
Dat vindt Marrit nog weleens moeilijk in haar vak. Bepalen hoe ver ze gaat in het begeleiden van een patiënt. Bijvoorbeeld als ze een patiënt heeft die dakloos of verslaafd is of psychiatrische problemen heeft. “Dan kan ik moeilijk alleen maar zeggen: ‘je moet 10 tot 12 pillen per dag slikken’. Dan zal ik eerst kijken of ik onderdak kan vinden voor de patiënt en ga ik op zoek naar mogelijkheden als een hostel, crisisopvang of in geval van illegalen; tijdelijke opvang in een asielzoekerscentrum. Het is elke keer weer een uitdaging. Heel vaak zijn wij de spin in het web in samenwerking met andere instanties. In veel gevallen spelen er heel veel andere dingen mee dan ‘alleen’ tbc.”
Voor Marrit staat in alle beslissingen die ze neemt het belang van de volksgezondheid voorop. “Het is belangrijk dat een patiënt de behandeling afmaakt. Als een patiënt de medicijnen onregelmatig slikt, is er risico op resistentie. Dan hebben we een veel groter probleem en daarin zit ook onze grote angst. Als een patiënt niet meer reageert op de eerstelijns medicatie, krijgen ze tweede keus medicijnen die over het algemeen meer bijwerkingen geven. Deze patiënten moeten dan vaak opgenomen worden in 1 van de laatste 2 sanatoria in Nederland. Dan liggen ze meestal een aantal maanden in het ziekenhuis. Dat willen we zoveel mogelijk voorkomen.”
Om contactonderzoek te kunnen doen, moet je echt het vertrouwen van de patiënt winnen en een band opbouwen.

Marrit Broersma
Tbc-verpleegkundige
Imago van armoedeziekte
Het taboe rondom tbc bestaat helaas nog steeds. In veel landen wordt tbc nog altijd gezien als een ‘armoede’-ziekte waar schande van wordt gesproken. Aangezien ruim driekwart van de tbc-patiënten een niet-Nederlandse achtergrond heeft, is het belangrijk dat taboe te doorbreken. In de communicatie en behandeling houdt Marrit zorgvuldig rekening met culturele achtergronden en eventueel taalbarrière. “Er zit nog steeds een stigma op. Ik krijg van patiënten regelmatig vragen als: ‘je komt toch niet met de GGD-auto?’. Veel patiënten willen niet weten dat ze het hebben of dat hun omgeving erachter komt.”
Het negatieve imago beïnvloedt het werk van Marrit. Bron- en contactonderzoek is namelijk belangrijk om de ziekte effectief te kunnen bestrijden. Zeker bij een besmettelijke patiënt is het belangrijk om erachter te komen met wie diegene in contact is geweest. “9 van de 10 patiënten zeggen in eerste instantie: ik heb geen contacten. Om contactonderzoek te kunnen doen, moet je echt het vertrouwen van de patiënt winnen en een band opbouwen. We moeten veel uitleggen en duidelijk maken wat de ziekte eigenlijk precies inhoudt en dat we natuurlijk nooit patiëntgegevens delen.”
“Ik heb het gevoel dat wij echt iets voor de patiënt kunnen betekenen. Het is verpleegkundig, het is een stuk preventie, voorlichting, contactonderzoek. Heel veel aspecten komen samen.”
Veelzijdig beroep
De veelzijdigheid van het beroep maakt dat Marrit na ruim 20 jaar nog altijd geniet van haar werk. “Je werkt direct met de patiënten, maar je speelt ook een rol in alles eromheen.” Ze bezocht afgelopen jaren regelmatig het internationale congres van de Union en de live REC-dagen, maakt zich hard voor de positie van tbc-verpleegkundigen, maakt deel uit van de werkgroep die 2-daagse nascholingsdagen organiseert en zit in de landelijke visitatiecommissie. Daarnaast houdt ze zich graag bezig met voorlichting. Van voorlichting aan scholieren of bedrijven tot groepen professionals in de zorg. “En elke keer pas je de presentatie natuurlijk aan op het niveau van het publiek dat je voor je hebt.”
“Sommige mensen vinden dat tbc-verpleegkundige een stoffig beroep is, maar als ze een dagje meelopen ontdekken ze al heel snel dat die gedachte niet klopt. Er zit zoveel in! Als je interesse hebt en je zet je in, dan kun je ook landelijk en zelfs internationaal aan de slag. Het is echt een superleuk vak.”