Dengue (of knokkelkoorts), is een virusinfectie die wordt overgebracht door de Aedesmug. Deze mug komt voor in tropische gebieden. De ziekte komt af en toe voor bij mensen die een tropisch land hebben bezocht waar de ziekte voorkomt. De infectie die ontstaat na een steek van de Aedesmug, kan van mens op mens worden overgedragen.
Dengue komt steeds meer voor voor in de stedelijke gebieden van Midden- en Zuid-Amerika, het Indiase subcontinent en Afrika. Vooral tijdens het regenseizoen kan de ziekte epidemische proporties aannemen. Dengue komt naar schatting voor bij 1 op 100 tot 1000 reizigers. De Aedes-mug verblijft met name in en rond de steden. De mug rust in huis en steekt overdag, vooral in de vroege ochtend en late namiddag.
Acute koorts, hoofdpijn en vaak uitgesproken spierpijn. Na 3 tot 4 dagen kan een vlekkerige huiduitslag ontstaan. Heel soms ontstaan huid- en slijmvliesbloedingen.
De kans op deze ernstige verschijnselen is 10 maal hoger als men al een keer dengue heeft gehad.
· Draag bedekkende kleding, ook overdag.
· Gebruik een muggenwerend middel voor de niet-bedekte delen.
· Zorg dat de kamers mugvrij zijn.
Kijk dan op de website van het RIVM.
Tijdens de herfst en winter lopen veel mensen griep of verkoudheid op. De virussen die dat veroorzaken, zitten in druppeltjes snot, slijm en speeksel. Deze druppeltjes worden door praten, hoesten of niezen verspreid. De kans op besmetting is vooral groot in ruimten waar mensen dicht bij elkaar zitten en waar slecht gelucht wordt. Virussen worden ook overgedragen via handen.
Besmetting van jezelf of van anderen is nooit helemaal te voorkomen. Mensen zijn al besmettelijk als ze zich ziek beginnen te voelen. Maar via onderstaande maatregelen verklein je wel de kans dat je besmet raakt, of dat je griep of verkoudheid overdraagt.
Bij gezonde mensen genezen griep en verkoudheid vaak zonder behandeling. De volgende tips kunnen de klachten wel verlichten:
De GGD ondersteunt verpleeg- en verzorgingshuizen als er griep uitbreekt. Daarnaast adviseert en coördineert de GGD bij de preventie van griep, bijvoorbeeld door middel van voorlichting aan scholen, kinderopvangcentra, leerkrachten en ouders.
Mazelen komt in Nederland nauwelijks meer voor, omdat de meeste mensen zijn ingeënt tegen deze ziekte. Maar er zijn in Nederland af en toe uitbraken van mazelen in gebieden waar weinig mensen worden gevaccineerd.
Mazelen begint 8 tot 14 dagen nadat je besmet bent. Symptomen zijn:
Een mazelenpatiënt is vier dagen voor tot vier dagen na het krijgen van huiduitslag besmettelijk.
Kinderen worden twee keer gevaccineerd tegen mazelen (het BMR-vaccin): één keer als ze 14 maanden zijn en één keer als ze 9 jaar zijn. Kinderen die gevaccineerd zijn, lopen geen risico op mazelen.
De GGD informeert huisartsen, kinderartsen en consultatiebureaus en vraagt hen alert te zijn op signalen van mazelen en deze te melden aan de GGD. De GGD neemt dan maatregelen om te voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt. Daarnaast informeert de GGD scholen, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en gastoudergezinnen over mazelen.
Het MERS-Coronavirus kan heel ernstige luchtwegklachten veroorzaken. Patiënten hebben last van koorts, hoesten, kortademigheid en soms braken of diarree. Vanwege de ernstige klachten worden deze mensen opgenomen in het ziekenhuis.
Sinds 2012 veroorzaakt het MERS-coronavirus een uitbraak in het Midden Oosten, in de landen Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, Qatar, Oman en Jordanië.
De GGD adviseert mensen met een zwakkere gezondheid of met een chronische ziekte om met de behandelend (huis)arts te overleggen of het op dit moment wel verstandig is om een reis naar het Midden-Oosten te maken. Dat geldt ook voor zwangeren, kinderen jonger dan 12 jaar en ouderen boven 65 jaar. Bij gezonde en jongere mensen is de ziekte vaak minder ernstig.
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe iemand het virus precies oploopt. Daar wordt onderzoek naar gedaan. Het virus komt ook voor bij dromedarissen in het Midden-Oosten. Daarom vermoedt men dat het virus voornamelijk door deze dieren op mensen wordt overgedragen. Overdracht van mens op mens gebeurt bijna nooit. Als dat wel het geval is, gebeurt het meestal in het ziekenhuis.
Krijg je binnen twee weken na terugkeer uit het Midden-Oosten last van bovenstaande klachten, neem dan direct contact op met je huisarts en zeg dat je in het Midden-Oosten bent geweest.
De Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus, MRSA, is een stafylokok. Stafylokokken zijn bacteriën die veel voorkomen bij gezonde mensen, zonder dat zij daar last van hebben. De MRSA is een bijzondere stafylokok want hij is ongevoelig (resistent) voor behandeling met de meeste antibiotica. In Nederland komt MRSA regelmatig voor.
Lees hier de meest gestelde vragen over MRSA
Lees ook: Suske en Wiske 'Tante Biotica'
Norovirussen zijn heel besmettelijke virussen, die zorgen voor een ontsteking van het slijmvlies in het maag-darmkanaal. In de volksmond wordt dit vaak ‘buikgriep’ genoemd.
De klachten ontstaan één tot drie dagen nadat je het virus binnenkrijgt. Na maximaal vier dagen zijn de klachten meestal weer verdwenen. Bij jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakte afweer kunnen de klachten langer aanhouden en zijn ze vaak ook heviger. Hierbij kan uitdroging ontstaan.
Het zeer besmettelijke norovirus wordt overgedragen via ontlasting en braaksel. Als de patiënt heeft gebraakt, is besmetting via de lucht ook mogelijk. Het virus wordt onder andere overgebracht als je je handen niet goed wast na een toiletbezoek of voor het eten. Ook als je eten niet hygiënisch klaarmaakt, kun je het virus overdragen.
Er is geen medicijn voor de behandeling van het norovirus. Bij de meeste mensen verdwijnen de klachten snel. Het is wel belangrijk dat de patiënt voldoende vocht, suikers en zouten (ORS) binnenkrijgt om niet uit te drogen. Kies voor licht verteerbeer eten en vermijd alcohol en koolzuurhoudende dranken. Bij twijfel over je herstel kun je contact opnemen met de huisarts.
Als er een uitbraak is van diarree of braken, dan kan de GGD worden ingeschakeld om onderzoek te doen naar de oorzaak hiervan. Daarnaast kan de GGD adviseren over passende hygiënemaatregelen om te voorkomen dat meer mensen ziek worden.
Mensen krijgen Psittacose door een bacterie. Mensen kunnen door deze bacterie een ontsteking in de longen krijgen. Psittacose heet ook wel papegaaienziekte.
Sommige mensen hebben er helemaal geen klachten van. De klachten kunnen zijn:
De bacterie zit in poep van vogels, vogelsnot en oogvocht van vogels. Als dit opdroogt, kan het in stof terecht komen. Iemand kan besmet raken door het inademen van besmet stof. Bijvoorbeeld door het schoonmaken van vogelkooien. Poep van vogels kan wel 8 maanden lang besmettelijk blijven.
De tijd tussen besmet raken en ziek worden is meestal 7 tot 14 dagen.
Iedereen kan besmet raken met de bacterie en ziek worden. De ziekte komt vooral voor bij mensen die veel met vogels werken of vogels als huisdier hebben. Ook mensen die een plek bezoeken waar veel vogels zijn, hebben een grotere kans om besmet te raken. Bijvoorbeeld bezoekers van een tentoonstelling.
Een heel enkele keer komt het voor dat mensen aan de ziekte overlijden. Iemand die papegaaienziekte heeft gehad, kan de ziekte vaker krijgen.
Maak je hokken en kooien van besmette vogels schoon? Ventileer dan goed door ramen en deuren open te zetten. Maak voor het schoonmaken alles op de bodem van de kooi eerst vochtig. Een mondkapje kan er voor zorgen dat je geen besmette stof inademt.
Zet besmette vogels apart. De dierenarts moet de vogels behandelen met medicijnen.
Mensen die ziek zijn, krijgen medicijnen van de arts. Vooral voor oudere mensen is het belangrijk dat ze medicijnen krijgen. Anders kunnen ze ernstiger ziek worden. Soms is opname in een ziekenhuis nodig.
Voelt iemand met papegaaienziekte zich goed? Dan kan hij gewoon naar kindercentrum, school of werk.
Q-koorts is een infectieziekte die van dieren op mensen overgaat. Mensen krijgen de ziekte meestal als ze lucht inademen waar de bacterie inzit. Dus niet altijd via direct contact met dieren. Je kunt gemiddeld 2 tot 3 weken (oplopend tot 6 weken) na besmetting klachten krijgen.
Meestal gaat het om lichte griepklachten. Bij een ernstiger verloop begint de ziekte meestal acuut met heftige hoofdpijn, hoge koorts en een longontsteking met droge hoest en pijn op de borst. Soms veroorzaakt de bacterie een leverontsteking. Heb je klachten na contact met dieren, of nadat je in de buurt van een besmet bedrijf bent geweest? Ga dan naar de huisarts.
Binnen een cirkel van 5 km rond een besmet bedrijf loop je vooral in de lammerperiode, van februari tot en met mei, een verhoogd risico op besmetting met Q-koorts. Hoe groot dat risico is, is onbekend. Daarnaast zijn in 2008, 2009 en 2010 in Brabant en in heel Nederland alle melkgeiten en melkschapen tegen Q-koorts gevaccineerd.
Nee, je kunt besmetting niet voorkomen. Je kunt de bacterie namelijk via de lucht inademen. Hoor je bij de risicogroepen? Vermijd dan contact met melkgeiten en melkschapen.
Is bij jou Q-koorts vastgesteld? Dan krijg je meestal een antibioticumkuur. Je kunt lang vermoeidheidsverschijnselen overhouden die niet te behandelen zijn, maar die uiteindelijk wel genezen. Dit is iets anders dan de chronische vorm van Q-koorts. Deze vorm van Q-koorts komt vrijwel alleen voor bij mensen uit de risicogroepen.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft besloten het vaccin tegen Q-koorts beschikbaar te stellen aan mensen die vanwege specifieke hart- en vaatziekten een verhoogd risico lopen om door Q-koorts langdurig en ernstig ziek te worden.
Neem dan contact met de afdeling Infectieziektebestrijding op via T: 088 - 443 33 55.
De Q-koortsepidemie is voorbij, de gevolgen van de Q-koorts niet. Nog dagelijks hebben mensen in heel Nederland te maken met de ernstige gevolgen van deze besmetting. Vaak zonder dat zij het zelf weten. Zij hebben het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) ontwikkeld en houden last van chronische vermoeidheid, spier- en gewrichtsklachten en geheugen- en concentratieproblemen. Anderen hebben chronische Q-koorts. Onbehandeld is dat een levensgevaarlijke ziekte.
Naar schatting 250 Nederlanders lijden aan chronische Q-koorts zonder dat zij en hun artsen dat weten.
Eind 2013 heeft de overheid Stichting Q-support in het leven geroepen om voor de duur van 5 jaar mensen met Q-koorts te adviseren en begeleiden bij problemen op allerlei leefgebieden: medische vraagstukken, werk, inkomen, verzekeringen en maatschappelijke participatie. Verder ondersteunt Q-support onderzoek naar de gevolgen van Q-koorts.
Kijk voor meer info op: www.q-support.nu
Het aantal tekenbeten neemt de laatste jaren flink toe. Van een tekenbeet kun je de ziekte van Lyme krijgen.
Teken leven in struikgewas en hoog gras. Ze komen in heel Nederland voor en zien eruit als spinnetjes. Op de tekenradar kun je zien waar veel teken zijn.
Controleer goed
Dan kun je contact opnemen met het team Infectieziektebestrijding, T: 088 - 443 33 55.
Een voedselinfectie is een ontsteking van maag en darmen. Dit kun je krijgen als je iets eet of drinkt dat besmet is met een bacterie of virus.
Je kunt al snel na het eten van besmet voedsel ziek worden. Maar soms kan het een paar dagen of langer duren.
Veel voedselinfecties ontstaan bij mensen thuis. Bijvoorbeeld: Je wast je handen niet nadat je naar het toilet bent geweest. Daarna maak je eten klaar.
Voor meer informatie lees hier verder.
Een zikavirusinfectie heb je vaak zonder symptomen. Heb je wel klachten, dan lijkt dat op griep. Bijvoorbeeld een iets verhoogde temperatuur, spierpijn, malaise en hoofdpijn. Maar het kan ook ergere klachten geven. Er is geen behandeling mogelijk. De symptomen gaan vanzelf over. Het lijkt op een dengue-infectie. De klachten kunnen 2 - 7 dagen duren. De tijd tussen besmet worden en ziek worden varieert van 3-12 dagen.
Een infectie met het zikavirus tijdens de zwangerschap kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind.
Kijk voor meer informatie op: Zikavirus en zwangerschap.
Muggenbescherming is belangrijk, ook i.v.m. dengue en chikungunya in deze gebieden. Zwangeren moeten extra zorgvuldig antimuggenmaatregelen toepassen.
Het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering houdt per land bij waar mensen een verhoogd risico lopen op besmetting met het zikavirus.
Kijk dan op de website van het RIVM.